Oude Egyptische Legenden
- 59 Downloads
wees goedertieren voor ons, overeenkomstig de woorden van Ramses, koning van Egypte". Zij brachten Khonsu, den duivelbanner, naar de kamer van Bent-reshy, de kleine zuster van de koningin. En zie, er gebeurde een wonder, want in hetzelfde oogenblik was zij gezond. Toen sprak de geest, die in haar geweest was, tot Khonsu, den duivelbanner: "Gij zijt gekomen in vrede, o groote God, de duivelbanner. Bekhten is uw stad; haar volk zijn uw slaven. Ik buig voor u neder, want ook ik ben uw slaaf. Ik wil gaan naar de plaats, vanwaar ik gekomen ben, opdat mijn hart rust moge vinden. Maar laat de verheven Khonsu, voor dat ik heenga, bevel geven, dat de vorst van Bekhten een dag vaststelt, die gewijd is aan mij". Toen hij deze woorden gehoord had, wendde Khonsu, de duivelbanner, zijn hoofd naar den priester en zeide: "Laat de vorst van Bekhten een groot offer brengen aan dezen geest". De vorst van Bekhten en zijne soldaten en zijn hovelingen hoorden de stemmen van den geest en van den god en zij sidderden en waren in de hoogste mate verschrikt. Zij voldeden aan het bevel van den god en maakten een groote offerande in gereedheid voor Khonsu, den duivelbanner, en voor den geest, die het lichaam verlaten had van Bent-reshy, de kleine zuster van de Koningin, de dochter van den vorst van Bekhten. En zij stichtten een heiligen dag met offers en plengingen. Zoo verliet de geest in den vorm van een Lichtend Wezen in vrede het land Bekhten en ging heen, werwaarts het hem behaagde, zooals Khonsu, de duivelbanner, bevolen had. De vorst van Bekhten was blij en zijn hart was verheugd en het geheele volk was ook verheugd, dat de geest uit Bent-reshy en uit het land Bekhten verdreven was. Maar te midden van zijn vreugde en blijdschap werd het hart van den vorst van Bekhten vervuld van vrees, dat de geest zou terugkeeren en zich weer in het land vestigen, wanneer Khonsu, de duivelbanner, vertrokken zou zijn. Hij overlegde bij zich zelf: "Ik zal Khonsu, den duivelbanner, in Bekhten houden. Ik zal hem niet laten terugkeeren naar Egypte". Zoo bleef Khonsu, de duivelbanner, drie jaren, vier maanden en vijf dagen in Bekhten, want de vorst van Bekhten wilde hem niet laten heengaan. En op het eind van dien tijd lag de vorst van Bekhten des nachts in zijn bed te slapen en terwijl hij sliep, kreeg hij een vizoen voor zijn oogen. Hij droomde, dat hij voor den tempel van Khonsu, den duivelbanner, stond; de groote deuren van den tempel werden teruggeslagen en de god trad naar buiten tusschen de deuren. Hij nam de gedaante aan van een sperwer met gouden veeren, schoon en glanzend en verhief zich hoog in de lucht met uitgespreide vleugels en schoot pijlsnel voort in de richting van Egypte. Toen de vorst van Bekhten ontwaakte, was hij buitengewoon ontsteld, want hij vreesde den toorn der Goden. En hij zond om den priester van Khonsu, den duivelbanner, en sprak tot hem: "De god is vervreemd van ons, hij is
Translation
Translate and read this book in other languages:
Select another language:
- - Select -
- 简体中文 (Chinese - Simplified)
- 繁體中文 (Chinese - Traditional)
- Español (Spanish)
- Esperanto (Esperanto)
- 日本語 (Japanese)
- Português (Portuguese)
- Deutsch (German)
- العربية (Arabic)
- Français (French)
- Русский (Russian)
- ಕನ್ನಡ (Kannada)
- 한국어 (Korean)
- עברית (Hebrew)
- Gaeilge (Irish)
- Українська (Ukrainian)
- اردو (Urdu)
- Magyar (Hungarian)
- मानक हिन्दी (Hindi)
- Indonesia (Indonesian)
- Italiano (Italian)
- தமிழ் (Tamil)
- Türkçe (Turkish)
- తెలుగు (Telugu)
- ภาษาไทย (Thai)
- Tiếng Việt (Vietnamese)
- Čeština (Czech)
- Polski (Polish)
- Bahasa Indonesia (Indonesian)
- Românește (Romanian)
- Nederlands (Dutch)
- Ελληνικά (Greek)
- Latinum (Latin)
- Svenska (Swedish)
- Dansk (Danish)
- Suomi (Finnish)
- فارسی (Persian)
- ייִדיש (Yiddish)
- հայերեն (Armenian)
- Norsk (Norwegian)
- English (English)
Citation
Use the citation below to add this book to your bibliography:
Style:MLAChicagoAPA
"Oude Egyptische Legenden Books." Literature.com. STANDS4 LLC, 2024. Web. 21 Nov. 2024. <https://www.literature.com/book/oude_egyptische_legenden_15236>.